Renate van Keulen

155 Vier perspectieven op De donkere kamer van Damokles uit. Osewoudt is in de war en loopt een Amsterdams restaurant in waar hij zijn moeder denkt te zien. Hij loopt de universiteitsbibliotheek in en ziet Zéwüster, die snel van hem wegloopt. Wanneer Osewoudt op het afgesproken tijdstip Dorbeck belt, krijgt hij de opdracht een vrouw te ontmoeten op het station van Amersfoort die gekleed is in het uniform van een leidster van de Nationale Jeugdstorm. Dorbeck zegt dat zij zich met een door Osewoudt ontwikkelde foto zal legitimeren en hem uitleg zal geven over een opdracht die uitgevoerd moet worden. Voor hij vertrekt, gaat Osewoudt langs bij De Vos Clootwijk, die bezoek heeft gehad van Elly. De Vos Clootwijk vertelt dat hij onraad voelde en zijn chef heeft gebeld, die op zijn beurt de politie inschakelde. Bij de ontmoeting met de ‘nepjeugdleidster’ in Amersfoort vergeet Osewoudt naar de foto te vragen. De vrouw noemt zich ‘Hé jij’ en vertelt dat ze naar Lunteren moeten. Daar woont een verrader, Lagendaal, die had afgesproken zijn zoon op te laten halen door een leidster van de Nationale Jeugdstorm. Het plan is dat de ‘nepjeugdleidster’ de zoon ophaalt en dat Osewoudt vervolgens Lagendaal liquideert. Tijdens de wandeling van het station van Lunteren naar het huis van Lagendaal verschijnt onverwacht de echte leidster van de Jeugdstorm die het kind komt ophalen. Osewoudt vermoordt deze vrouw. ‘Hé jij’ haalt het kind op en Osewoudt vermoordt vervolgens Lagendaal en zijn vrouw. Samen met ‘Hé jij’ en het kind stapt hij in de trein naar Amsterdam, maar tijdens de reis wordt ‘Hé jij’ gearresteerd. Osewoudt stapt met het kind uit in Amsterdam en laat het achter op het Rokin. Hij ontmoet vervolgens Marianne om naar de bioscoop te gaan. Tijdens het voorprogramma zien Osewoudt en Marianne plotseling een portret van Osewoudt op het scherm, waaronder staat dat hij gezocht wordt voor straatroof. Als Osewoudt op de vlucht slaat, wordt hij snel gearresteerd en naar de Duitse politie gebracht. Kriminalrat Wülfing ondervraagt hem over de aanslag in Haarlem en gebruikt daarbij fysiek geweld. Hij laat een andere gevangene binnenroepen die Osewoudt herkent als ‘Henk Osewoudt’. Ook wordt Osewoudt gevraagd waar ‘Elkan’ is, een naam waarvan Osewoudt nog nooit heeft gehoord. Osewoudt weigert te praten en wordt hardhandig aangepakt. Later wordt hij verhoord door Obersturmführer Ebernuss die vriendelijker voor hem is. Hij laat Osewoudt door twee politiemannen naar het ziekenhuis Zuidwal brengen om te herstellen van zijn verwondingen. In het ziekenhuis blijken zijn wonden niet zo ernstig, wat Osewoudt tot de gedachte brengt dat de homoseksuele Ebernuss hem heeft willen sparen. Als Osewoudt in het ziekenhuis verzorgd is, wordt hij bevrijd door twee onbekende mannen, die zich Ome Kees en Cor noemen. De bevrijders brengen Osewoudt op zijn

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw