154 Hoofdstuk 7 Op een avond staat Dorbeck weer voor de deur. Hij vertelt dat de films hem door een Duitse provocateur in handen gespeeld waren. Ze zijn waardeloos: er staat niets op. Hij geeft Osewoudt een pistool met de opdracht enkele dagen later naar Haarlem te komen. Samen met Zéwüster, een medewerker van Dorbeck, doodt Osewoudt in een huis in Haarlem drie mannen. Dorbeck blijft op straat en raakt daar met iemand in gevecht. Tuurlings, een NSB’er die bij Osewoudt in de straat woont, is op dat moment ook in Haarlem en beweert Osewoudt te hebben zien vechten. Osewoudt hoort na de aanslag in Haarlem niets meer van Dorbeck en ontwikkelt de foto’s van het filmpje dat Dorbeck hem heeft gegeven. Op een van de foto’s staat Dorbeck afgebeeld, maar de foto raakt overbelicht en mislukt, omdat zijn hysterische moeder het licht aanknipt. Hij verbergt de overige foto’s ‘als herinnering aan de enige man die hij ooit bewonderd had’ (p. 41). Drie jaar lang hoort Osewoudt niets meer van Dorbeck en het is alsof er niets gebeurd is. Ria heeft inmiddels stiekem een verhouding met de NSB’er Tuurlings. Plotseling krijgt Osewoudt een getypt bericht van Dorbeck, waarin staat dat hij de foto’s naar een postbusnummer in Den Haag moet sturen. Osewoudt doet dit en besluit op het postkantoor in Den Haag de wacht te houden om te zien wie de postbus leegt. Dat wordt gedaan door een heilsoldate, maar bij een achtervolging raakt hij haar kwijt. Osewoudt wordt gebeld door ene Elly Sprenkelbach Meyer die hem vraagt haar te helpen. Ze legitimeert zich met een van de door Osewoudt ontwikkelde foto’s. Elly vertelt dat ze rechtstreeks uit Londen komt en naar spoorwegingenieur De Vos Klootwijk moet om inlichtingen te krijgen over Duitse transporten. Osewoudt gaat met Elly naar zijn oom Bart in Amsterdam waar ze blijven slapen. Wanneer hij de volgende dag naar Voorschoten belt, hoort hij van de student Moorlag dat de Duitsers die nacht zijn moeder en Ria hebben opgepakt. Moorlag heeft een envelop die voor Osewoudt bestemd is. Osewoudt vraagt Moorlag hem te ontmoeten en de envelop en zijn Leica camera mee te nemen. In de envelop zit een foto met een bericht van Dorbeck: Osewoudt moet hem een week later bellen op een gegeven telefoonnummer. Moorlag regelt dat zijn vriend Meinarends uit Leiden een nieuw persoonsbewijs maakt voor Osewoudt op naam van rechercheur Filip van Druten. Osewoudt komt via Meinarends bij de verzetsgroep van Labare, waar hij wordt ingezet als ontwikkelaar van foto’s. Hij ontmoet de joodse studente Marianne, die zijn haar zwart verft. Door het zwarte haar wordt de gelijkenis tussen Osewoudt en Dorbeck nog groter. Osewoudt voelt zich door zijn metamorfose een ander mens en maakt Marianne het hof. Als hij met zijn zwarte haar en een hoed op oom Bart bezoekt om te vragen hoe het met Elly is en om mee te delen dat zijn moeder en Ria gearresteerd zijn, scheldt oom Bart hem
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw