Renate van Keulen

136 Hoofdstuk 6 6.3 Een model voor literatuurhistorisch redeneren Bij het derde kernelement in Tabel 6.1, het maken van denkstappen, wordt de richting van het denken bepaald. De leerling volgt door middel van een redeneerproces een route naar een beter zicht op de zaak (Schooler et al., 1994). Deze redeneerstap is cruciaal, maar ook zeer complex, zowel voor jongeren als volwassenen (Fernbach & Erb, 2013). Net als van de term ‘inzicht’ is ook van de term ‘redeneren’ een grote variatie aan definities in omloop, en ook hier hangen deze definities samen met de context waarin de term wordt gebruikt. Filosofen zien redeneren als een mentaal proces dat op de inhoud inwerkt en dat erin bestaat bepaalde opvattingen aan te nemen of te herzien in het licht van andere (Valaris, 2019). In de cognitieve psychologie wordt redeneren gezien als een proces dat een rol speelt in het trekken van conclusies (Khemlani, 2018; Leighton, 2003; Nickerson, 2003). Nickerson stelt dat redeneren, om tot die conclusies te komen, vele aspecten van denken omvat, zoals het maken van keuzes, het oplossen van problemen en het bepalen van een visie op het onderwerp. Redeneren is de onderliggende activiteit waarmee ideeën, premissen of overtuigingen worden gecoördineerd. Het resultaat van het redeneren komt soms aan de oppervlakte, en soms niet. In het laatste geval draagt het redeneren wel weer bij aan de vorming van nieuwe conclusies. Nickerson maakt daarbij een belangrijk onderscheid tussen redeneringen die automatisch, moeiteloos en grotendeels onbewust worden uitgevoerd en redenereringen die bewust en met de nodige inspanning worden uitgevoerd. Bewust redeneren om tot een antwoord te komen vindt in de onderwijspraktijk continu plaats. Dat antwoord kan, afhankelijk van de context, een oplossing of oordeel zijn, maar ook een inzicht of nieuw idee. Leerlingen die op een systematische manier redenerend tot zo’n antwoord komen, worden betere beslissers, probleemoplossers en denkers (Byrnes, 2001; Kuhn, 2001). Niet voor niets speelt systematisch redeneren in het onderwijs een grote rol. Bij de exacte vakken en bij wiskunde kunnen leerlingen bijvoorbeeld redeneerstappen uitvoeren om beweringen te staven of te ontkrachten. In de filosofie is veel aandacht voor redeneren en logica, bijvoorbeeld bij het oefenen met syllogismen. Ook bij de gammavakken wordt redeneren veelvuldig toegepast: bij maatschappijleer moeten leerlingen de actualiteit analyseren en daarover redeneren vanuit verschillende invalshoeken en paradigma’s. Meer concreet komen ze met de stappen beschrijven, verklaren en oplossen tot oplossingen voor een maatschappelijk probleem (Klijnstra et al., 2022). Bij het vak geschiedenis wordt het model voor historisch redeneren van Van Drie en Van Boxtel (2008) veelvuldig toegepast. Leerlingen leren

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw