Renate van Keulen

124 Hoofdstuk 5 De in deze categorieën geplaatste opmerkingen zijn regelmatig verdeeld over de benaderingen. Een nadere analyse laat zien dat de opmerkingen binnen deze categorieën vooral persoonsgebonden zijn en geen opvallende gemeenschappelijke kenmerken hebben. Alleen met betrekking tot de tekstgerichte benadering valt op dat drie docenten van verschillende scholen de wens uitspreken om tijd te krijgen voor het uitgebreid behandelen van teksten: ‘Als ik heel veel tijd had, zou ik eigenlijk alleen maar met tekstfragmenten willen werken’ (docent 6), ‘Ik zou een lessenserie willen ontwikkelen rondom een werk’ (docent 2) en ‘Ik zou fragmenten ook met ze willen bespreken’ (docent 4). 5.4. Conclusie Om na te gaan in hoeverre de in de literatuur onderscheiden benaderingen worden herkend en toegepast in de eigen praktijk (deelvraag 1), zijn de opmerkingen van de docenten naar aanleiding van de vignetten cijfermatig en inhoudelijk geanalyseerd. De cijfermatige resultaten laten zien dat alle docenten zeggen de vier benaderingen als zodanig te herkennen en in de eigen praktijk te gebruiken. Ook is te zien dat docenten onderling verschillen in de benadering waar ze het meest over spraken. De analyses per onderscheiden benadering laten zien dat opmerkingen over de historische benadering minder vaak voorkomen dan opmerkingen over de andere benaderingen. Een verklaring vanuit de aard van de opmerkingen kan zijn dat de historische benadering vooral wordt gezien als ondersteuning en niet als doel op zich. Slechts één docent uit de wens om meer pure literatuurgeschiedenis te geven. Het beeld van literatuurgeschiedenis als ondersteuning van het begrip van teksten en hun context komt naar voren in opmerkingen als: ‘Ik vind toepassing het belangrijkste, maar daar heb je die kennis voor nodig’ (docent 2) en ‘Je creëert door historische context een bepaalde gelaagdheid die je ze niet moet ontnemen’ (docent 5). Deze opmerkingen zijn opgenomen in de categorie ‘historisch’. Een kanttekening hierbij is dat de contextgerichte en historische benadering soms lijken te overlappen. Wanneer docenten zeggen dat ze het belangrijk vinden om de tekst met de context te verbinden, is hun opmerking geplaatst bij ‘contextgericht’. Uit de inhoud van de gesprekken blijkt echter dat docenten de sociale, maatschappelijke en historische context soms als een geheel benoemen of termen door elkaar gebruiken. Docent 2 zegt bijvoorbeeld: ‘Je ziet de historische achtergrond terug in boeken’ terwijl later in het gesprek blijkt dat het daarbij vooral gaat om de manier waarop mensen leefden. Aan de andere kant wordt het plaatsen van een tekst in de literatuurgeschiedenis op basis van de omschrijving van Janssen (2002) onder de historische benadering geplaatst,

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw