119 Benaderingen van het literatuurgeschiedenisonderwijs in de praktijk 5.3.1 Opmerkingen van docenten over benaderingen in het literatuurgeschiedenisonderwijs In totaal zijn 355 opmerkingen geanalyseerd (zie Tabel 5.6). Het gemiddelde aantal opmerkingen per docent is 39, met een minimum van 18 (docent 9) en een maximum van 53 (docent 6). Tabel 5.6 Aantal opmerkingen per benadering Onderdeel Aantal Historisch 62 Tekstgericht 107 Contextgericht 81 Lezersgericht 86 Overig 19 Tabel 5.6 laat zien dat de tekstgerichte benadering de meeste aandacht krijgt (107 opmerkingen), gevolgd door de lezersgerichte benadering (86 opmerkingen) en contextgerichte benadering (81 opmerkingen). Over de historische benadering zijn de minste opmerkingen gemaakt (62). 19 opmerkingen zijn niet onder een bepaalde benadering te plaatsen en vallen onder de categorie ‘overig’. Tabel 5.7 Aard van de opmerkingen Onderdeel Aantal Doet dit zelf 255 Constatering 11 Mening 34 Wens 13 Herkenning-positief 20 Herkenning-neutraal 20 Herkenning-negatief 2 Tabel 5.7 geeft een overzicht van de verdeling van de opmerkingen per label en geeft daarmee informatie over de aard van de opmerkingen . Het grootste deel van de 355 opmerkingen betreft het label ‘doet dit zelf’ (255), wat betekent dat de docent zelf ook zo handelt of streeft naar een bepaalde handeling of houding van de leerlingen. Elf opmerkingen betreffen een constatering over leerlingengedrag, waarbij de docenten aangeven dat de leerlingen bepaald gedrag of bepaalde handelingen laten zien die zij soms als positief beoordelen, maar soms ook als negatief. De opmerkingen met het
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw