Renate van Keulen

116 Hoofdstuk 5 Tabel 5.4 Analysemodel voor het labelen van de opmerkingen (vervolg) Label Opmerkingen met betrekking tot: Contextgericht De sociale context waarbinnen de tekst functioneert De verhouding tussen literatuur en de maatschappelijke werkelijkheid Het groeperen van teksten rond een maatschappelijk thema Maatschappelijke vorming Maatschappelijke bewustwording Lezersgericht Verschillen tussen lezers bij het lezen, interpreteren en beoordelen Het zelf construeren van betekenissen door de lezer Identificatie Persoonlijke beleving Een persoonlijke reactie op teksten Lezen om zicht te krijgen op de eigen persoonlijkheid en manieren van reageren De docent als begeleider van individuele leesprocessen Persoonlijke vorming Individuele ontplooiing Het bevorderen van leesplezier Vervolgens is open codering toegepast om de aard van de gemaakte opmerkingen te duiden. Bij open codering worden labels toegekend waarmee concepten gegroepeerd kunnen worden in categorieën (Corbin & Strauss, 1990). Bij dit onderzoek zijn de opmerkingen gecategoriseerd naar hun aard (denk bijvoorbeeld aan ‘mening’ of ‘herkenning uit de eigen lespraktijk’). In overeenstemming met de methode van open codering is bij iedere gelabelde opmerking een beschrijving genoteerd (bijvoorbeeld ‘de docent is positief over deze manier van toetsen’ of ‘de docent herkent de methode, maar past deze niet toe in de eigen lespraktijk’). De beschrijvingen zijn vergeleken en overeenkomstige beschrijvingen zijn onder dezelfde code geplaatst. Op deze manier ontstond een coderingssysteem met zeven categorieën die informatie geven over de aard van de opmerkingen (zie Tabel 5.5). Tabel 5.5 Analysemodel voor het categoriseren van de opmerkingen Categorie Omschrijving Doet dit zelf De docent doet dit zelf ook zo (geeft zelf zo onderwijs, streeft ernaar dit zo te doen of verlangt dit van leerlingen) Constatering De docent constateert dit zelf bij leerlingen in de eigen lespraktijk (leerlingen doen dit of laten dit zien) Mening De docent formuleert een mening (over literatuuronderwijs, didactiek of pedagogiek in het algemeen) Wenselijkheid De docent formuleert een wenselijkheid (zou dit graag zelf doen of zou het graag in het lesprogramma opnemen) Herkenning-positief De docent herkent de situatie (in het algemeen of bij specifiek genoemde anderen) en is er positief over

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw