Renate van Keulen

108 Hoofdstuk 5 Tekstgerichte benadering Bij de tekstgerichte benadering is literair-esthetische vorming het hoofddoel. Het analyseren van de literaire tekst staat centraal. Volgens Janssen (1998) gaat het vaak om moderne prozateksten. Leerlingen hanteren literaire begrippen als perspectief, motief en verteltijd. Door structuuranalyse en close reading kunnen leerlingen de betekenis van de tekst ontdekken en tot een beter oordeel komen over de esthetische waarde ervan. De docent is leidend als tekstautoriteit. Contextgerichte benadering Bij de contextgerichte benadering is het doel maatschappelijke vorming of bewustwording. Er is aandacht voor de relatie tussen de tekst en de sociale context waarnaar de tekst verwijst. Thematisch werken en projectonderwijs passen volgens Janssen (1998) bij deze benadering. De docent is in zulk onderwijs eerder begeleider van de denkprocessen van leerlingen dan kennisoverdrager of tekstautoriteit. Lezersgerichte benadering De lezersgerichte benadering heeft persoonlijke vorming of individuele ontplooiing als hoofddoel en het bevorderen van het leesplezier als nevendoel. De docent is mederecipiënt en begeleider van individuele leesprocessen. Er is veel aandacht voor identificatie en persoonlijke beleving. De benadering gaat uit van verschillen tussen lezers bij het lezen, interpreteren en beoordelen van teksten. Een lezer construeert de betekenis van teksten zelf. Door op een persoonlijke manier op literaire teksten te reageren, krijgen leerlingen zelfinzicht. De literatuurstudie in hoofdstuk 4 laat zien dat de traditionele cultuurhistorische benadering in het literatuurgeschiedenisonderwijs nog altijd aanwezig is, net als de tekstgerichte, contextgerichte en lezersgerichte benadering die in de afgelopen vijftig jaar zijn geïntroduceerd. De huidige eindtermen Nederlands bevatten weinig richtlijnen met betrekking tot literatuurgeschiedenisonderwijs, waardoor scholen en individuele docenten relatief vrij zijn in hun aanbod. Dit leidt ertoe dat de wijze waarop het literatuurgeschiedenisonderwijs in het voortgezet onderwijs wordt gegeven, sterk varieert (Oberon, 2016; Dera, 2019). De literatuurstudie laat verder zien dat de cultuurhistorische benadering tot 50 jaar geleden het meest gangbaar was en dat sindsdien de tekstgerichte, contextgerichte en lezersgerichte benadering afwisselend domineerden. De benaderingen hebben elkaar echter niet van het toneel verdrongen. Empirische studies, didactische theorieën en hedendaagse lesboeken laten zien dat ze

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw