100 Hoofdstuk 4 tussen de benaderingen. Op basis van deze bevindingen kom ik tot de conclusie dat het benaderen van literatuur en literatuurgeschiedenis vanuit meerdere perspectieven wenselijk is en dat het bewust inzetten en combineren van meerdere benaderingen kan zorgen voor een sterke en complete didactiek. Deze conclusie sluit aan bij het voorstel van het Meesterschapsteam Nederlands (2021) dat een benadering vanuit een viertal met het voorgaande vergelijkbare perspectieven presenteert voor het totale schoolvak Nederlands. Op basis van deze conclusie is het centrale uitgangspunt dat de te ontwerpen game voor het literatuurgeschiedenisonderwijs een combinatiedidactiek moeten bieden met een tekst als uitgangspunt. In die combinatiedidactiek moet aandacht worden besteed aan cultuurhistorische aspecten, tekstuele aspecten, (maatschappelijke en sociale) contextuele aspecten en lezersgerichte aspecten. De gebruikte tekst moet voldoende aanknopingspunten bieden voor didactische benaderingen waarin historiseren en contextualiseren centraal staan, maar ook voor benaderingen die gericht zijn op tekstanalyse of leesplezier. Canonieke teksten komen het meest in aanmerking, omdat deze, uitgaande van de erkende kwaliteit en het erkende belang ervan, gebruikt kunnen worden in een didactiek waarin meerdere benaderingen worden toegepast (Slings, 2000). 4.4.2 didactische ontwikkelingen De vijf didactische ontwikkelingen die in paragraaf 4.3 besproken zijn, bieden een basis voor de verdere inhoudelijke en didactische invulling van de game voor het literatuurgeschiedenisonderwijs. De aandacht voor literaire ontwikkeling en literaire competentie (ontwikkeling 1) kan worden vertaald in een didactiek die gericht is op het verwerven van vaardigheden bij het nadenken over historische teksten en het verbeteren van de literaire competentie. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld ondersteund worden met expliciete denkstappen. De aandacht voor burgerschapsvorming en persoonlijke vorming (ontwikkeling 2) kan terugkomen in de opdrachten. Leerlingen kunnen op basis van een historische tekst bijvoorbeeld nadenken over bepaalde maatschappelijke kwesties, of over zichzelf in relatie tot het thema van de tekst. Het leggen van verbanden (ontwikkeling 3) kan als kernelement worden gebruikt in de te ontwerpen didactiek. Leerlingen kunnen zich bijvoorbeeld een methode eigen maken waarmee ze de literaire tekst kunnen verbinden met de context van die tekst. Het verwerven van inzichten (ontwikkeling 4) kan een einddoel zijn van de opdrachten die in de didactiek worden gegeven. Leerlingen kunnen als afsluiting van hun gedachteproces de inzichten verwoorden die zij gedurende het werken aan een opdracht hebben verworven. Om
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw