Géraud Dautzenberg

Chapter 8 196 8.1 Nederlandse samenvatting Inleiding In de Ouderenpsychiatrie komen veel psychiatrische ziektebeelden samen. Simpel gezegd stoornissen in gedrag, gevoel, gedachtes en geheugen. Diagnosticeren en zorgbehoeften in kaart brengen is dan ook in de Ouderenpsychiatrie geen sinecure: hoe krijg je de dikwijls ongeziene of ongenoemde problemen boven tafel? Velen van ons denken dat de klassieke psychiatrische beelden zich zuiver presenteren: dementie komt met cognitieve stoornissen; depressie met stemmingsstoornissen en schizofrenie met psychotische stoornissen. Maar het wordt steeds duidelijker dat er een grote overlap is in klachtenpresentatie op oudere leeftijd. Dit komt niet alleen doordat de kans dat twee van deze ziektes tegelijk voorkomen toeneemt met het ouder worden, maar ook doordat de ziektepresentatie zich niet beperkt tot het klassiek geachte ziektebeeld, zeker op hogere leeftijd. Bij veel psychiatrische beelden treden comorbide cognitieve stoornissen op. Soms treden deze stoornissen zelfs eerder op de voorgrond dan het klassieke ziektebeeld zoals bij schizofrenie, waar de cognitieve stoornissen dan eerder merkbaar zijn dan de psychotische. Andersom worden vaak depressieve of psychotische klachten opgemerkt, nog voordat een dementie wordt vastgesteld, zoals hallucinaties bij een Lewy body dementie of depressieve klachten bij vasculaire dementie. Een diagnostische uitdaging van andere aard, is dat oudere patiënten omdiverse redenen niet altijd duidelijk verwoorden wat zij aan klachten beleven. Klachten worden niet altijd benoemd, zowel door de patiënt niet, als door de directe omgeving niet. Maar andersom komt ook voor: er worden subjectieve klachten ervaren die voor de dokter niet goed te begrijpen of objectiveren zijn. Dit is zeker het geval bij (subtiele) cognitieve klachten, zoals geheugenproblemen. In het ergste geval leidt deze mismatch tussen beleefde en vastgestelde klachten tot een zogenaamde ‘patients delay’ en ‘doctors delay’: diagnoses worden enige tijd gemist. Voor dementie is bekend dat 50% tot 90% van de diagnoses niet wordt gesteld, in respectievelijk ontwikkelde en arme landen. Een uitgebreid neuropsychologisch onderzoek, onderdeel van de internationale gouden standaard om cognitieve klachten te onderzoeken, is een beproefd middel om subtiele cognitieve klachten te objectiveren. Er is een tendens gaande om steeds vroeger in het ziekteproces en met minder klachten te onderzoeken of de subjectief beleefde klachten bij een neurodegeneratief proces horen. Neuropsychologisch onderzoek is echter kostbaar en gekwalificeerd personeel schaars, terwijl het aantal oudere patiënten door demografische verschuivingen fors toeneemt. Een objectieve screener die makkelijk, snel en betrouwbaar subjectieve klachten kan objectiveren, is daarom van belang. Met zo’n test zal beter kunnen

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw