Hylke Salverda

181 11 Nederlandse samenvatting Momenteel beschikbare automatische zuurstof controllers In hoofdstuk 2 beschreven we zes automatische zuurstof controllers die momenteel commercieel verkrijgbaar zijn voor het gebruik in de NICU. Alle systemen worden beschreven vanuit het perspectief van hun algoritme, strategie en, als bekend, uitkomsten bij gebruik in de NICU. Ons doel was om handvaten te bieden voor clinici die AZT willen begrijpen en voor clinici die de technologie mogelijk willen implementeren in hun praktijk. We bespraken de basisprincipes die toegepast worden in de algoritmen, namelijk de rule-based, proportional-integral-derivative en adaptive principes. We gaven een overzicht van hoe ieder van de zes algoritmen werkte, en waar beschikbaar, gaven we een overzicht van het klinische effect. Al deze commercieel verkrijgbare systemen hebben een voordeel laten zien ten opzichte van manuele titratie op de tijd dat de zuurstofsaturatie (SpO2) van prematuren binnen het ingestelde doelgebied is, en ze hebben allemaal een afname laten zien van hyperoxie en diepe hypoxie. AZT geeft mogelijk ook minder werkdruk voor zorgpersoneel. Onder sommige wetenschappers bestaat een bezorgdheid over het maskeren van klinische achteruitgang bij het gebruik van deze technologie, hoewel dit nergens in de tot op het moment van schrijven beschikbare medische literatuur beschreven wordt. Ten slotte kon geconcludeerd worden dat de beschikbare studies waarin de verschillende algoritmes gebruikt worden verschillend in ontwerp zijn en er zijn geen directe vergelijkende studies tussen algoritmes gedaan. Dit maakt het moeilijk om te bepalen welk algoritme het meest effectief is en wat clinici kunnen verwachten van deze systemen onder verschillende condities. Effectiviteit van automatische zuurstof controller algoritmes op oxygenatie van prematuren in de NICU In hoofdstuk 3 vergeleken we het effect van twee verschillende automatische zuurstof controllers op de tijd binnen het zuurstofsaturatie doelgebied en het optreden van hypoxische en hyperoxische episodes in een gerandomiseerde cross-over studie in het Leids Universitair Medische Centrum. We includeerden vijftien premature kinderen geboren tussen de 24 weken en 29 weken en 6 dagen zwangerschapsduur. Allen kregen ofwel invasieve ofwel niet-invasieve respiratoire ondersteuning. De concentratie zuurstof werd zowel getitreerd door de OxyGenie controller (SLE6000-beademingsmachine) als de CLiO2 controller (AVEAbeademingsmachine) in willekeurige volgorde voor 24 uur per controller, waarbij de respiratoire ondersteuning zo ver mogelijk constant werd gehouden. De primaire uitkomst was de tijd binnen het ingestelde zuurstofsaturatie doelgebied (DG; 91%-

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw