298 experimentele paradigma, om baseline kenmerken te onderzoeken die de acquisitie van hyperalgetische effecten kunnen moduleren en om de veranderingen van voor tot na nocebo-acquisitie te onderzoeken. We ontdekten dat individuen die een hogere complexiteit van neuronale oscillatiepatronen hadden bij baseline, inderdaad grotere noceboresponsen vertoonden. Tegelijkertijd werden ook verschillen gevonden in hoe het brein de verhoogde pijnstimulatie verwerkt bij baseline versus een nocebo-versterkte waargenomen pijntoename. EEG leverde verschillende nieuwe inzichten op in het neurofysiologische fenotype van nocebo-hyperalgesie, waardoor we een eerste globaal beeld konden schetsen van de complexe neurale signatuur van nocebo-hyperalgesie. Deze studie roept ook vragen op, aangezien EEG-methoden beperkingen hebben voor wat betreft de lokalisatie van effecten in de hersenen, evenals in het meten van specifieke functionele bijdragen van verschillende hersenstructuren. Een vervolgonderzoek met fMRI, in hoofdstuk 7, richt zich op deze beperkingen. In hoofdstuk 7 werd in een innovatieve farmacologische fMRI-studie, de specifieke bijdrage van verschillende hersengebieden met betrekking tot het leren van nocebo effecten en de betrokkenheid van NMDAreceptoren in deze hersengebieden die het leren vergemakkelijken, nauwkeurig onderzocht. Hoewel we nog steeds gebruik maakten van consistente experimentele nocebo-inductiemethoden met het oog op de vergelijkbaarheid en betrouwbaarheid in het veld, hebben we in deze studie getracht een farmacologische manipulatie van leren tijdens nocebo-inductie in de MR-scanner uit te voeren. We gebruikten hiervoor D-cycloserine, een medicijn dat bekend staat om zijn vermogen leren te verbeteren door middel van NMDA-receptor agonisme, om te onderzoeken of een groep met een verbeterd leervermogen een grotere nocebo-respons zou vertonen dan een groep deelnemers die placebo kregen. We ontdekten dat, ondanks de farmacologische manipulatie die geen significante gedragseffecten vertoonde, hersengebieden die eerder betrokken waren bij associatieve vormen van leren, nocebo-stimuli
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw