Maartje Boer

SAMENVATTING [SUMMARY IN DUTCH] 319 van socialemediagebruik samengaan met een verminderd welbevinden bij adolescenten. Om deze vraag te beantwoorden, hebben we allereerst de kwaliteit van een instrument om problematisch socialemediagebruik te meten, namelijk de Social Media Disorder (SMD)-schaal (Van den Eijnden et al., 2016), onderzocht bij zowel Nederlandse als Europese en Canadese adolescenten (Hoofdstukken 2 en 3). Hiervoor hebben we gebruik gemaakt van nationale en internationale data van het Health Behaviour in School- aged Children (HBSC) onderzoek (Inchley et al., 2020b; Stevens et al., 2018). De SMD-schaal bestaat uit negen items die negen symptomen van verslaving meten, welke overeenkomen met de symptomen van gameverslaving zoals geformuleerd in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (American Psychiatric Association, 2013; Lemmens et al., 2015). Vervolgens hebben we op basis van HBSC-data onderzocht in hoeverre intensief en problematisch socialemediagebruik beide samenhangen met welbevinden en of deze relaties verschillen tussen landen (Hoofdstuk 4). Hierbij onderscheidden we verschillende domeinen van welbevinden, namelijkmentale gezondheid (bijv. levenstevredenheid), sociaal welbevinden (bijv. ervaren steun van vrienden) en welbevinden op school (bijv. ervaren schooldruk). Omderelatietussensocialemediagebruikenwelbevindennauwkeuriger te onderzoeken, hebben we in de daaropvolgende vier hoofdstukken gebruik gemaakt van data van Nederlandse adolescenten die gedurende een periode van vijf jaar meerdere keren hebben meegedaan aan het Digital Youth (DiYo) project van de Universiteit Utrecht (Van den Eijnden et al., 2018). Om zicht te krijgen op de richting van de verbanden tussen socialemediagebruik en welbevinden, zijn we nagegaan of een daling in welbevinden voorafging aan of volgde op een toename in de intensiteit van socialemediagebruik of problematisch socialemediagebruik binnen een adolescent. Hierbij werd een onderscheid gemaakt tussen verschillende indicatoren van mentale gezondheid, namelijk ADHD-symptomen (Hoofdstuk 5), levenstevredenheid (Hoofdstuk 6) en symptomen van depressie (Hoofdstuk 6). Bovendien hebben we bestudeerd of de gevonden afname in mentale gezondheid verklaard kan worden door cyberpesten, opwaartse sociale vergelijkingen, verminderd offline contact met vrienden en dalende schoolprestaties ten gevolge van problematisch socialemediagebruik (Hoofdstuk 6). Daarna hebben we

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0