Marcel Slockers

122 Samenvatting voorkómen van niet-natuurlijk overlijden onder dak- en thuislozen een van de speerpunten moet zijn in het dak- en thuislozenbeleid. Het verbeteren van hun leefomstandigheden reduceert mogelijk het aantal moorden en suïcides binnen deze kwetsbare groep. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de onverzekerde epidemie. De Nederlandse Straatdok- ters Groep (NSG) signaleert een toename van het aantal onverzekerde patiënten dat geen verzekeringsrecht heeft. Daarom luiden wij in dit artikel de noodklok over een zogenoemde ‘onverzekerdenepidemie’ onder Nederlandse dak- en thuislozen. Hierbij beperken we ons tot die Nederlanders die geen adres hebben en die daardoor onverzekerd zijn geraakt. Praktisch betekent dit dat zorgverleners geen aanspraak maken op vergoeding voor de geleverde zorg, tenzij lokaal specifieke financiële regelingen zijn getroffen met een GGD. Namens de NSG vragen we begrip voor de omstandigheden die eraan hebben bijgedragen dat deze mensen onverzekerd zijn en voor hoe ingewikkeld het voor hen is om zich opnieuw te verzekeren. Tot slot doen wij aanbevelingen om de toegang tot de medische basiszorg voor dak- en thuislozen te verbeteren om onnodig individueel leed en onnodige kosten voor de samenleving te voorkomen. In hoofdstuk 7 proberen we een bijdrage te leveren -na de barrieres in hoofdstuk 6 benoemd te hebben- aan de implementatie van een hulpmiddel om in de praktijk toe te passen. We doen we dit met de suggestie om met een protocol ‘Zorg aan de onverzekerde dakloze patiënt’ te werken in instellingen. We onderzoeken bij zorgverleners en erva - ringsdeskundigen hoe het komt dat medische zorg aan onverzekerden geweigerd wordt. Al met al laat het onderzoek zien dat de regeling in de praktijk onvoldoende functioneert en dat onverzekerde dak- en thuislozen daarmee onnodige gezondheidsschade oplopen. Een gepresenteerd protocol geeft de zorgprofessionals in duidelijke stappen en handvatten over hoe te handelen, en wil zodoende duidelijkheid scheppen over de subsidieregeling en wat er door een zorginstelling moet gebeuren om vergoeding te krijgen. Hiermee moet een zorgverlener betaald worden voor de geleverde zorg en dak- en thuislozen geholpen worden met maatschappelijke begeleiding. In hoofdstuk 8 bespreken we de bevindingen van dit proefschrift. We tonen opnieuw aan in deze studie naar sterfte, ziekte en toegang tot zorg dat dak- en thuislozen behoren tot een zeer kwetsbare groep. Bij dak- en thuislozen zien we meer en heftiger ziektebeelden en aandoeningen in een korter leven en meer wisselwerking tussen de aandoeningen. Dak- en thuislozen gaan niet eerder dood aan dakloosheid maar aan behandelbare aandoeningen.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0