Marcel Slockers
104 Hoofdstuk 8 goed beschreven hoe dakloosheid ontstaat in de vier verschillende steden. Hieruit komen geen grote verschillen tussen de vier steden naar voren. Zo varieert het percentage uithuis - zettingen per 100.000 sociale woningen binnen de grote steden tussen 0,35-0,56%. Ook de proporties ex-gedetineerden die zich melden bij de maatschappelijke opvang komen redelijk overeen. De gegevens die voor het sterfteonderzoek gebruikt zijn komen uit de periode 2001-2010. Dit geeft geen beschrijving van de actuele situatie, omdat sindsdien veel maatschappe - lijke en beleidsontwikkelingen hebben plaatsgevonden, zoals de financiële crisis, geen continuering van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang, het beëindigen van de zorgverzekering voor dak- en thuislozen zonder adres, de onverzekerdenregelingen die daarop volgden, de sterke toename van het aantal dak- en thuislozen en de coronacrisis. Omdat veel van de ontwikkelingen na de door ons bestudeerde periode waarschijnlijk een negatieve invloed hebben gehad op de gezondheid van dak- en thuislozen, is de door ons gerapporteerde oversterfte en lagere levensverwachting mogelijk een onderschatting ten opzichte van de huidige situatie. Het is echter ook mogelijk dat er nu juist minder oversterfte is omdat de in omvang toegenomen groep dak- en thuislozen gemiddeld een minder extreem profiel heeft. Ziekte data: Ook de in dit proefschrift beschreven populatie van patiënten die het straatdokterspreekuur bezoeken omvat niet alle dak- en thuislozen in Rotterdam. De registratie van patiënten van de Rotterdamse straatdokterspreekuren is pas vanaf 2016 uitgebreid met (soms dak- en thuisloze) illegalen die zich melden bij de Pauluskerk. Deze laatste groep is in ons onderzoek niet meegenomen. De door ons gerapporteerde resultaten gelden daarom alleen voor legaal in Nederland verblijvende dak- en thuislozen die het straatdokterspreekuur bezoeken. Uit aanvullende analyses over 2016 en 2017, waarin de data van de Pauluskerk wel zijn meegenomen, blijkt dat de totale populatie dak- en thuislozen meer vrouwen omvat en een kleiner aandeel kent van straatdokter bezoeken vanwege psychische klachten en traumata dan de door ons bestudeerde populatie legale dak- en thuislozen. Ook onder-registratie kan enige vertekening hebben veroorzaakt in de gerapporteerde onderzoeksresultaten. In een straatdokter populatie moet nog meer rekening worden gehouden met mogelijke onder registratie dan in een reguliere praktijk. Straatdokters en verpleegkundigen worden tijdens de contacten met dak- en thuislozen overspoeld met problemen en moeten in relatief korte tijd een goed contact opbouwen en tegelijkertijd medische en sociale problemen helpen ontwarren. Het registreren van de diagnoses op het spreekuur wordt bovendien bemoeilijkt door middelenmisbruik en verslaving. Ook een relatief groot aandeel van verstandelijke beperkingen in deze populatie kan tot een
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0