Marcel Slockers
71 Veranderingen in sterfte oorzaken van dak- en thuislozen in Rotterdam In dit cohort waren niet natuurlijke dood (26%, CI 21-32%), cardiovasculaire ziekten (22%, CI 17-22%) en kanker (17%, CI 13-22%) de belangrijkste doodsoorzaken (tabel 1). Suïcides en moorden veroorzaakten samen 50% van de niet natuurlijke doodsoorzaken. Het aandeel van niet-natuurlijke dood in de sterfte van daklozen (26%) is veel groter dan het aandeel hiervan in de algemene Rotterdamse bevolking (4%). Tabel 1. Sterfte in de periode 2001-2010 in een Rotterdams daklozencohort naar doodsoorzaak vergeleken met de algemene Rotterdamse bevolking* doodsoorzaak Daklozen (n=2130) Rotterdamse bevolking (n=610.385) Infectieziekten 0,05 (0,03-0,08) 0,02 (0,01-0,02) Kanker 0,17 (0,13-0,22) 0,27 (0,27-0,27) Psychiatrische aandoeningen 0,05(0,03-0,08) 0,05 (0,05-0,06)) Cardiovasculaire ziekten 0,22 (0,17-0,27) 0,31 (0,31-0,32) Ademhalingsziekten 0,06 (0,03-0,10) 0,10 (0,10-0,10) Maag darm aandoeningen 0,07 (0,05-0,11) 0,05 (0,04-0,06) Overige aandoeningen 1 0,13 (0,09-0,17) 0,16 (0,16-0,16) Niet natuurlijke dood 2 0,26 (0,21-0,32) 0,04 (0,04-0,04) Vergiftigingen 0,07 (0,04-0,11) 0,00 (0,00-0,01) Overige ongevallen 3 0,06 (0,04-0,10) 0,02 (0,02-0,03) Opzettelijk toegebracht letsel (suïcide en moord) 0,13 (0,09-0,18) 0,01 (0,01-0,01) - Suicide 0,11 (0,07-0,15) 0,01 (0,01-0,01) * Getallen zijn % (95%-BI) 1. Vooral niet gespecificeerde of slecht gedefinieerde aandoeningen 50% ,endocrien ziektenen (20%) neurologische aandoeningen 20%. 2. Niet natuurlijke dood wordt onderverdeeld in niet opzettelijk toegebracht letsel (vergiftigingen en andere ongevallen) en opzettelijk toegebracht letsel (suïcide en moord). 3. Overige ongevallen: alle vergiftigingen, gecombineerd, bijvoorbeeld verkeersongevallen, valpartijen, verdrinkingen, brandwonden. Onder daklozen vonden wij een oversterfte bij alle doodsoorzaken. De grootste sterftever - schillen met de Rotterdamse populatie werden gezien bij niet natuurlijke dood (SMR 14,8, CI 11,5-18,7), infectieziekten (SMR 10.0, CI 5.2-17.5) en psychiatrische aandoeningen (SMR 7.7 CI 4.0-13.5). Er was een verhoogd sterfterisico voor opzettelijk toegebracht letsel (SMR 14.4, CI 10. 0-20.1), suïcide (SMR 14.2 (CI 9.2-20.9), vergiftiging(SMR 40.2, CI 23.8-63.6) en andere ongevallen(SMR 9.2, CI 5.4-14.7).
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0