Marcel Slockers

69 Veranderingen in sterfte oorzaken van dak- en thuislozen in Rotterdam Introductie Zowel in Europa als in de VS zijn elke dag ongeveer een half miljoen mensen dakloos. Dit is een groep met veel gezondheidsproblemen en hoge sterftecijfers 1 . Volwassen daklozen in Rotterdam leven 14 tot 16 jaar korter dan de algemene bevolking en vooral jonge daklozen sterven eerder 2 . De specifieke doodsoorzaken bij deze moeilijk te bereiken kwetsbare groep zijn nog niet uitvoerig onderzocht. Uit onderzoek in een beperkt aantal landen komt een relatief hoge sterfte bij daklozen naar voren gerelateerd aan middelenmis - bruik, mentale problemen, infectieziekten, ongevallen, zelfmoord en geweld 1 . Diverse review studies hebben laten zien dat de gezondheid van daklozen kan verbeteren onder invloed van sociale beleidsmaatregelen 3,4 . In 2006 werd in de vier grote steden in Nederland gestart met een ambitieus programma, dat het Plan van Aanpak Maatschappe - lijke Opvang werd genoemd. Daklozen kregen huisvesting en zorg. Ze kregen onderwijs en konden deelnemen aan rehabilitatie projecten, sociale vaardigheidstraining en begeleiding naar werk. Ze kregen psychiatrische ondersteuning en werden begeleid om hun alcohol- en druggebruik te reguleren. Bij een evaluatie in Rotterdam in 2010 bleek dat 3634 personen een individueel hulp traject hebben ondergaan en 2108 mensen werden gehuisvest voor tenminste 3 maanden 5 . Wij voerden explorerend onderzoek uit met de volgende vraagstelling: • wat is de bijdrage van specifieke doodsoorzaken aan de oversterfte van Rotterdamse daklozen? • zijn er verschillen in de sterftecijfers in de periode voor (2001-2005) respectievelijk na ( 2006-2010) de invoering van sociale beleidsmaatregelen? Onderzoeksopzet en -populatie Dakloze volwassenen (18+)die een instantie voor opvang bezochten in 2001 werden geïn - cludeerd in een tien jaar follow up studie. Middels een telonderzoek 6 bij kerkelijke en niet kerkelijke instanties die maaltijden of overnachtingen aanboden werden 5810 personen geïdentificeerd. Na het verwijderen van mensen die dubbel waren geteld bleven er 3398 personen over. Van deze 3398 personen bleken er 2159 in de gemeentelijke basisadmi - nistraties (GBA) te zijn ingeschreven zodat kon worden vastgesteld of ze in leven waren. Zeven personen bleken overleden op moment van onderzoek en mensen beneden 18 jaar werden uit het bestand gehaald. In de onderzoeksgroep zaten 2130 personen .

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0