Marcel Slockers

31 Gezondheidstoestand van dak- en thuislozen afgemeten aan sterftecijfers Inleiding Daklozen hebben een substantieel slechtere gezondheid dan de algemene bevolking. 1-15 Buitenlandse studies over daklozen rapporteren hoge aantallen psychiatrische stoornissen, 16 en veel middelenmisbruik. 2,10 Dakloosheid blijkt een onafhankelijke risicofactor voor sterfte door specifieke oorzaken, waaronder drugs-gerelateerde aandoeningen, hart- en vaatziekten, en aandoeningen van de luchtwegen. 9 In de literatuur wordt een verhoogde mortaliteit beschreven onder blanke daklozen vergeleken met andere etnische groepen. 15 Ook wordt een kortere levensverwachting gerapporteerd van jonge vrouwelijke daklozen vergeleken met jonge mannelijke daklozen. Dit laatste is anders dan in de algemene bevolking, waarin vrouwen op alle leeftijden juist lagere sterfterisico's hebben dan mannen. 3 De oversterfte onder daklozen is nog maar in enkele landen onderzocht. 1,3-5,7,9-11,18,21,22 Slechts 4 van deze studies beschrijven sterfte onder daklozen van cohorten in de 21e eeuw. 2,9,10,15 De meeste studies waren beperkt door kleine steekproeven, hoge uitval tijdens de follow-up of onvolledige koppeling van gegevens. 10 Sommige studies hadden betrekking op een zeer specifieke groep daklozen, bijvoorbeeld zij die herstelden in zorg, 13,20 personen met psychische problemen, 19,21,22 of buitenslapers. 12 Het doel van onze studie was om een uitgebreide selectie van de daklozen te onderzoeken door daklozen te includeren die in contact kwamen met zeer uiteenlopende soorten opvang. Dit betrof maaltijdopvang, dag- en nachtopvang en verpleegbedden, en opvang door welzijns- en liefdadigheidsorganisaties. We richtten ons op het beschrijven van sterfte - patronen binnen een cohort van daklozen naar leeftijd, geslacht en soort opvang waarvan gebruik werd gemaakt. Hiernaast analyseerden we hoeveel oversterfte er was in vergelij - king met de algemene bevolking van Rotterdam in de periode 2001-2010. Methode Studiepopulatie In 2001 werd in het kader van een gemeentelijk onderzoek naar het aantal daklozen aan alle opvanginstellingen in Rotterdam gevraagd om de namen, de geboortedata en het geslacht van daklozen op te geven. 23 In dat jaar verzamelden gesubsidieerde en kerkelijke instellingen gegevens van 5810 mensen. Na verwijdering van dubbeltellingen ontstond er een lijst van 4607 mensen, die gebruikmaakten van maaltijdverstrekking, opvang voor buitenslapers, nachtopvang en ziekenboegvoorzieningen. Van hen bleven 3398 mensen over die legaal in Nederland verbleven en in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0