Marcel Slockers
16 Hoofdstuk 1 men en psychiatrische problematiek. Dak- en thuislozen moesten daardoor in een ‘stabiele mix’ terecht komen van structurele huisvesting, een vast en legaal inkomen en een geregeld contact met de hulpverlening. Eind 2010 bleken de vier grote steden gezamenlijk cumulatief 12.436 dak- en thuislozen in traject te hebben gebracht, waarvan in totaal 7.476 mensen de beoogde stabiele mix hadden bereikt. In Rotterdam werden tussen 2006 en 2010 in totaal 3.634 trajecten voor dak- en thuislozen gestart, die voor 2.108 dak- en thuislozen tot een stabiele mix leidden. 28 Begin 2014 bleek dat sinds 2006 voor in totaal 5.355 dak- en thuislozen in Rotterdam intakes en trajecten werden afgesproken terwijl 2.982 van de 3.459 volwassen dak- en thuislozen in een stabiele mix terecht waren gekomen. 29 Bij jongeren onder de 23 kwamen 1.896 dak- en thuislozen in een individueel traject en bereikten 658 van hen uiteindelijk een stabiele mix. Na 2014 werd het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang niet stelselmatig doorgezet en veranderde de financiering van begeleid wonen als gevolg van bezuinigingen in de langdurige zorg. Wel bleef de gemeente vanaf 2015, met de introductie van wijkteams en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, inzetten op het voorkomen van dakloosheid. Sindsdien krijgen de gemeentelijke wijkteams signalen via vraagwijzers (loketten waar wijkbewoners met vragen terecht kunnen) en van professionals zoals huisartsen, waardoor zij schuldenproblematiek en daarmee dreigende dakloosheid tijdig kunnen helpen voorkomen. Op die manier kunnen organisaties langdurige zorg leveren aan mensen met bijvoorbeeld een verstandelijke beperking, die betaald wordt door de gemeente. Ook nu de invoering van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang is afgerond, kunnen dak- en thuislozen zich in Rotterdam voor begeleiding melden bij een gemeentelijk loket. Dit loket heet Centraal Onthaal en voert een intake en probleeminventarisatie uit. 30 Ook andere steden hebben een dergelijk systeem. Na de intake en probleeminventarisatie worden de mogelijkheden bekeken om de dreigende dak- en thuisloosheid te voorkomen en om in het eigen netwerk een verblijfplaats te vinden. 8 De helft van de instroom wordt bepaald door uithuiszettingen. Een rapport dat in 2016 is opgesteld in opdracht van de Pauluskerk, laat zien dat 89% van de Rotterdammers vindt dat geen mens buiten zou moeten slapen en het overgrote deel van de Rotterdammers wil dat de gemeente adequate hulp levert aan dak- en thuislozen. 31
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0