Marcel Slockers
13 Inleiding Ook over de prevalentie van ziekten of het zorggebruik bij dak- en thuislozen is nog slechts in een beperkt aantal landen gerapporteerd. Volgens de beschikbare literatuur vormen psy - chiatrische problemen, infectieziekten en hart- en vaatziekten de belangrijkste diagnoses bij dak- en thuislozen. 9,14,15,16,17 In Nederland zijn sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw een paar studies gedaan naar gezondheid en sterfte van dak- en thuislozen. In 1985 beschreef Quispel drie groepen dak- en thuislozen met de volgende problemen: de klassieke zwervers met vaak een alcoholprobleem, de polydrug (vooral opiaat-) verslaafden en patiënten met psychiatrische problematiek, vaak recent ontslagen uit instellingen zonder vervolghulpverlening. Veel van de problemen die Quispel aan de orde stelde, zijn nog steeds actueel. Het artikel beschrijft, soms in iets andere woorden, zorgmijding, gebrekkige patiënt compliance, problemen met continuïteit in de zorg, en het gebrek aan kennis van de medische voorgeschiedenis. Ook de oneigenlijke hulpvragen van dak- en thuislozen om opiaten en tranquilizers te verkrijgen komen aan bod. Quispel beschrijft tevens een soort onverzekerdenproblematiek, noemt dat in het hiaat tussen dak- en thuislozenopvang en zie - kenhuisbed moeilijk zorg geboden kan worden en signaleert een neiging tot medicalisering bij dokters en dak- en thuislozen. 18 Vanaf de jaren tachtig is harm reduction een belangrijk begrip in studies naar verslaving. Harm reduction is het terugdringen van gezondheidsschade door het gedogen en niet alleen maar verbieden van drugs. De schadebeperking betreft in eerste instantie de gebruiker zelf, maar ook diens omgeving en de samenleving als geheel. 19 In 1995 liet een rapport van de Gezondheidsraad aan de hand van beschrijvend onderzoek onder een kleine groep dak- en thuislozen zien dat deze groep vaker last heeft van aandoeningen van de luchtwegen en het bewegingsapparaat, gastro-intestinale aandoeningen, neurologische aandoeningen, der - matologische aandoeningen en infectieziekten. Het rapport beschreef de medische noden van dak- en thuislozen en deed de aanbeveling om een apart ziekenfonds voor dak- en thuislozen op te richten. 20 In de jaren daarna volgden enkele incidentele studies gericht op specifieke ziekten en aan - doeningen, zoals loopvoeten, alcoholproblemen en tandheelkundige problemen bij dak- en thuislozen. 21,22 Een studie onder psychiatrische patiënten -waaronder dak- en thuislozen- in Utrecht liet een drie keer hoger risico op sterfte zien in vergelijking met de algemene populatie. 15 Een andere studie onder dak- en thuislozen liet zien dat 29% van de dak- en thuislozen een verstandelijke beperking heeft. Deze verstandelijke beperking heeft een negatieve invloed op het middelenmisbruik en de gezondheid. 3
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0