Marcel Slockers
12 Hoofdstuk 1 helft (49%) tussen 30 en 50 jaar oud, bijna een derde (32%) 18-30 jaar en bijna een vijfde (19%) ouder dan 50 jaar. Meer dan de helft (57%) had een migratieachtergrond en meer dan een derde (37%) verbleef in een van de vier grote steden in Nederland: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht. 1 Tussen 2009 en 2012 steeg het geschatte aantal dak- en thuislozen van 18 tot 65 jaar in Nederland met bijna 10 duizend personen. In de jaren daarna leek de stijgende trend gestopt, maar tussen 2014 en 2018 nam het aantal toe met ruim 12 duizend personen. Hierdoor is het aantal 18- tot 65-jarige dak- en thuislozen in Nederland sterk toegenomen van bijna 18000 personen in 2009 naar ongeveer 39.000 in 2018. Ook relatief gezien kende de periode 2009-2018 meer dan een verdubbeling van het aantal dak- en thuislozen, met een stijging van 17 naar 37 per 10.000 inwoners van 18 tot 65 jaar. De grootste stijgingen, namelijk een verdrievoudiging van het aantal dak- en thuislozen, werd waargenomen bij personen jonger dan 30 jaar en bij mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. 1 Volgens een rapport van de Rotterdamse ombudsman hebben zich in 2017, 3034 volwassenen boven de 23 jaar en 999 jongeren aangemeld voor opvang. 8 Hiervan kregen 1015 volwassenen een pas die toegang geeft tot de maatschappelijke opvang. Voor jongeren heeft Rotterdam 37 plaatsen in de crisisopvang met gemiddeld een wachttijd van 45 dagen. Veel van de jongeren hebben korte episodes van dak- en thuisloosheid en zijn noodge - dwongen bankslaper. De Rotterdamse ombudsman geeft daarmee aan dat de capaciteit van de opvang te laag is. 2. Wat is internationaal en in Nederland bekend over ziekte en sterfte bij dak- en thuislozen? Internationale literatuur laat zien dat dak- en thuislozen korter leven en vaker getroffen worden door ziekten en ongevallen dan de algemene bevolking. Volgens recente reviews is de sterfte onder dak- en thuislozen ongeveer drie keer zo hoog als onder de totale bevolking en is de oversterfte bij dak- en thuislozen van 25-44 jaar het hoogst. 4,9 De effecten van deze oversterfte op de levensverwachting zijn nog weinig gerapporteerd. In een grote nationale Deense studie, waarin 32.711 dak- en thuislozen in de leeftijd van 15-24 jaar 10 jaar lang gevolgd werden, is een verkorting van de levensduur van 21,6 jaar bij mannen en van 17,4 jaar bij vrouwen gevonden. 10 De bijdrage van specifieke doodsoorzaken aan deze oversterfte is nog niet uitgebreid bestudeerd. Een beperkt aantal onderzoeken in enkele landen heeft een verhoogd percentage sterfgevallen laten zien als gevolg van drugsmisbruik, ongevallen, zelfmoord en moord, psychische stoornissen, infectieziekten en ischemische hartziekten. 4,11,12,3,14
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0