Marianne Welmers

Appendices 178 Achtergrond Ambulante gezinsbehandeling is de meest ingezette vorm van jeugdhulp en richt zich op de ondersteuning van een diverse groep gezinnen met complexe gedrags- en opvoedingsproblemen. Eerder onderzoek laat zien dat de resultaten van ambulante gezinsbehandeling sterk variëren, daarom is het belangrijk om te onderzoeken welke factoren bijdragen aan positieve behandeluitkomsten. Dit proefschrift richt zich op zo’n belangrijke factor: de alliantie of werkrelatie tussen de gezinsbehandelaar en het gezin. Het centrale doel was om alliantie-processen binnen (ambulante) gezinsbehandeling en hun samenhang met uitkomsten van de hulp te onderzoeken. Daarbij was het doel ook om specifieke aandacht te hebben voor de bijdrage van de gezinsbehandelaar en voor de complexiteit van het werken aan meerdere allianties met verschillende gezinsleden, die eigen is aan behandelvormen gericht op het gezinssysteem. Om dat doel te bereiken is (1) een meta-analyse uitgevoerd van eerdere studies naar de samenhang tussen de alliantie en uitkomsten van gezinsgerichte jeugdhulp en (2) data verzameld over de alliantie en resultaten van de hulp bij gezinnen die een vormvan Intensieve Pedagogische Thuishulp (IPT) ontvingen, met behulp van vragenlijsten en video-observaties van hulpverleningsgesprekken. Bevindingen Om een beter beeld te krijgen van bestaande kennis over het belang van de alliantie in gezinsbehandeling opent dit proefschrift ( Hoofdstuk 2 ) met een meta-analyse van 28 studies die rapporteren over de samenhang tussen alliantie en uitkomsten van gezinsgerichte hulp voor kinderen en jongeren met psychosociale problemen en hun ouders ( N = 2126 gezinnen). De kwaliteit van de alliantie bleek significant samen te hangen met een positiever behandelresultaat. Deze samenhang was sterker als er een gemiddelde van verschillende meetmomenten van de alliantie werd gebruikt, wanneer gezinnen hulp ontvingen in een vrijwillig in plaats van gedwongen kader, en wanneer kinderen relatief jonger waren. De samenhang tussen verbetering van de alliantie gedurende het behandeltraject en uitkomsten van de hulp was groter, maar net niet significant. Verder was er geen significante samenhang tussen alliantie-verschillen binnen het gezin (d.w.z. verschillen tussen gezinsleden in de sterkte van de alliantie met de gezinsbehandelaar) en behandelresultaten. Er waren echter maar weinig studies beschikbaar die resultaten rapporteerden over verbetering van de alliantie tijdens het behandeltraject of over alliantie-verschillen tussen gezinsleden en de samenhang met uitkomsten van de behandeling. Uitkomsten van deze studie laten zien dat de alliantie een significante rol speelt in de effectiviteit van gezinsgerichte vormen van jeugdhulp,

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0