Darcy Ummels

Samenvatting | 165 S Samenvatting Om te kunnen participeren in het dagelijks leven en om chronische ziekten te voorkomen, is voldoende fysieke activiteit essentieel. Zorgprofessionals zoals fysiotherapeuten, ergotherapeuten, psychologen en verpleegkundigen meten bij hun patiënten regelmatig de fysieke activiteit. Vooral bij ouderen of mensen met een of meerdere chronische aandoeningen is dit relevant. Meestal wordt aan de patiënten gevraagd om een vragenlijst in te vullen of in een dagboek bij te houden hoeveel ze bewegen en welke soort activiteiten ze uitvoeren. Uit onderzoeken blijkt dat deze manieren van meten niet goed genoeg zijn (onvoldoende valide en betrouwbaar) en ook niet praktisch in het gebruik (hanteerbaarheid). Een andere manier om fysieke activiteit te meten is met behulp van een activiteitenmeter. Om activiteitenmeters op een betekenisvolle manier te gebruiken is het belangrijk om te weten hoe valide en hanteerbaar ze zijn voor de doelgroep en hoe ze het beste kunnen gebruikt kunnen worden in de zorg. Daarom was het hoofddoel van dit proefschrift het vergroten van de toegepaste kennis over het betekenisvol * gebruiken van activiteitenmeters in de gezondheidszorg, met name bij ouderen en mensen met een chronische aandoening. Om deze doelstelling te behalen is dit proefschrift opgedeeld in drie delen. Het eerste deel gaat over de validiteit en hanteerbaarheid van commercieel verkrijgbare activiteitenmeters bij mensen met een chronische aandoening. In het tweede deel is een bestaande activiteitenmeter (door)ontwikkeld met en voor ouderen met of zonder chronische aandoening. Hiervoor werden het algoritme en de lay ‐ out van een bestaande activiteitenmeter aangepast. Deze nieuwe activiteitenmeter kreeg de naam: ‘Meten Is Super Simpel’ (MISS) Activity. De validiteit en hanteerbaarheid van de MISS Activity werd geëvalueerd met thuiswonende ouderen met of zonder chronische aandoening. In het derde deel is onderzoek gedaan naar de integratie van de MISS Activity in het klinisch handelen van zorgprofessionals. Hoofdstuk één begint met het beschrijven van het belang van fysieke activiteit en fysieke capaciteit om te kunnen participeren in het dagelijks leven. Fysieke activiteit wordt gedefinieerd als ‘elke krachtsinspanning van spieren resulterend in méér energiegebruik dan in rustende toestand’. Fysieke capaciteit wordt gedefinieerd als ‘de mogelijkheid om fysieke activiteit uit te voeren’ en bestaat uit cardiovasculaire capaciteit, musculaire * Het woord ‘betekenisvol’ refereert naar onze intentie dat het gebruik van een activiteitenmeter altijd gepersonaliseerd en geïntegreerd moet zijn in het dagelijks leven en de zorg, op een manier waarop de data zowel de patiënt als de zorgprofessional ondersteunen. De data moeten inzicht geven in de fysieke activiteit van een patiënt, ondersteuning bieden bij het maken van keuzes en ondersteunen bij gedragsverandering.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0