Ires Ghielen

185 Nederlandse samenvatting 1  geeft een algemene inleiding over angst bij de ZvP, inclusief de vele factoren die diagnosticeren en behandelen bemoeilijken. Het eerste deel van dit proefschrift ( hoofdstukken 2 t/m 5 ) richt zich op het begrijpen van de complexe associaties en interacties tussen angst, motorische en andere niet-motor ische s ymptomen bij de ZvP. In  hoofdstuk 2 onderzochten we de fenomenologie van angst bij de ZvP door een principale componentenanalyse uit te voeren op de items van de Beck Anxiety Inventory (BAI), in een steekproef van 294 Parkinson-patiënten, om onderliggende symptoomdimensies te onderzoeken en deze te relateren aan andere motorische en niet- motorische symptomen. We toonden aan dat de BAI bestaat uit één  affectieve  (clustering van angstige cognities en emoties) en vier  somatische  symptoomsubschalen (clustering van fysieke symptomen). We vonden significante associaties tussen de somatische subschalen en motorische en autonome symptomen, zoals gemeten met de UPDRS-III en SCOPA-AUT, respectievelijk. De affectieve subschaal vertoonde een significant verband met depressieve symptomen (zoals gemeten met de BDI), en had geen verband met motorische of autonome symptomen. Om de generaliseerbaarheid van de bevindingen in hoofdstuk 2 te onderzoeken, beschrijft hoofdstuk 3 de replicatie van de principale componentenanalyse bij 123 Parkinson-patiënten die voor neuropsychiatrische evaluatie waren verwezen naar een gespecialiseerde neuropsychiatrische polikliniek. Opnieuw vonden we een affectieve en vier somatische subschalen, en een sterke associatie tussen angst en depressie. In een post-hoc analyse vertoonde de score op de affectieve subschaal dezelfde voorspellende waarde als de totale BAI-score bij het voorspellen of patiënten al dan niet een diagnose van een angststoornis kregen door middel van psychiatrische evaluatie. De associaties van de subschalen van de BAI met de BDI, UPDRS-III en SCOPA-AUT bevestigen de overlap van angst bij Parkinson met zowel depressieve als met motorische en autonome symptomen. De affectieve  subschaal kan worden gebruikt om op angst te screenen om somatische equivalenten van angst te elimineren die ook kunnen worden geïnterpreteerd als motorische of autonome Parkinson-symptomen. Echter, raden we niet aan om de somatische symptomen volledig te negeren, en angstsymptomen in het kader van de motorische symptomen te interpreteren, deze overlap en interactie in overweging nemende. Om te onderzoeken of de associaties tussen motorische symptomen en angst verschilden in sterkte tussen Parkinson-patiënten met hoge en lage angst, hebben we een exploratieve netwerkanalyse gebruikt om deze associaties te

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0