Margriet Kwint

Appendices 180 Deel I. Dosis voorschriften en patiënten selectie Inhet Antoni vanLeeuwenhoek ziekenhuiswordenpatiëntenmet LA-NSCLCbehandeld met een mild gehypofractioneerd bestralingsschema (24x2.75 Gy), in vergelijking met het conventionele schema van 30x2 Gy. Dit gehypofractioneerde bestralingsschema verkort de totale behandelduur van 6 naar 5 weken. Uit recente studies kan worden opgemaakt dat dosis escalatie in combinatie met een verlengde behandelduur, mogelijk leidt tot een slechtere overleving en meer toxiciteit, in vergelijking met het conventionele schema. Mogelijke verklaringen voor dit overlevingsverschil zijn bestralingsdosis op het hart, verlenging van de behandelduur en meer ernstige bijwerkingen (zoals slikklachten). Gelijktijdige chemo- en radiotherapie voor LA-NSCLC kan ernstige slikklachten geven door een bestraling geïnduceerde ontsteking van het slijmvlies van de slokdarm. Dit is het gevolg van de bestralingsdosis op de aangedane lymfeklieren in het gebied tussen de longen (mediastinum) en de nabijheid van de slokdarm. Voorafgaand onderzoek heeft uitgewezen dat regionale (lymfklier) recidieven minder vaak voorkomen dan recidieven van de primaire tumor, doordat het tumor volume van deze lymfeklieren vaak kleiner is dan dat van de primaire tumor. Door de dosis op deze aangedane lymfeklieren in het mediastinum te verlagen, wordt de dosis op de slokdarm ook verlaagd en kan daarmee mogelijk het risico op deze slikklachten verminderd worden. Door verbeterde positie verificatie methoden met beeld gestuurde radiotherapie zijn recentelijk de bestralingsmarges voor de primaire tumor en de aangedane lymfeklieren verkleind in ons instituut. Deze marge verkleining kan ook zorgen voor afname van toxiciteit. In hoofdstuk 2 wordt een observationele studie beschreven waarin de dosis op de aangedane lymfeklieren is verlaagd alsmede de marges voor het planning-doelvolume (PTV) werden verkleind in 2 opeenvolgende cohorten voor LA-NSCLC-patiënten, die werden behandeld met (chemo)radiotherapie. Het referentie cohort (N=170) ontving dezelfde dosis van 24x2.75Gy (70 Gy; EQD2 10 ) op de aangedane lymfeklieren en de primaire tumor, terwijl het dosis reductie cohort (N=138) 24x2.42Gy (60Gy; EQD2 10 ) ontving op de aangedane lymfeklieren. De graad 3 slikklachten en long bijwerkingen (hoesten, kortademigheid en bestralingslongontsteking) namen significant af in het dosis reductie cohort van 12.9% naar 3.6% en 4.1% naar 0%, respectievelijk. Het aantal regionale recidieven was vergelijkbaar. De mediane overleving was significant beter in het dosis reductie cohort; 26maanden inhet referentie cohort i.v.m. 35maanden inhet dosis reductie cohort. De conclusie van deze studie was dat een dosis reductie op de aangedane lymfeklieren met een gehypofractioneerd bestralingsschema veilig is met

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0